Oproepinstellingen
Identificatie verz.
(netwerkdienst)
• Met deze netwerkdienst kunt u bepalen of uw eigen telefoonnummer wordt
weergegeven (
Ja
) of afgeschermd (
Nee
) op het telefoontoestel van degene die
u belt. Deze optie kan ook zijn ingesteld door uw netwerkexploitant of
aanbieder.
Oproep in wachtrij
(netwerkdienst)
• U wordt gewaarschuwd als er een oproep wordt ontvangen terwijl u aan het
bellen bent. Kies
Activeren
als u de functie Oproep in wachtrij wilt activeren,
Annuleer
als u deze functie wilt uitschakelen of
Controleer status
als u wilt
nagaan of de functie actief is.
Autom. opn. bellen
• Als deze instelling actief is, wordt maximaal tien keer geprobeerd de
verbinding tot stand te brengen. Druk op om deze instelling uit te schakelen.
Samenvatting na opr.
• Activeer deze instelling als u wilt dat na het gesprek even de duur van het
gesprek wordt weergegeven.
Snelkeuze
• Als u
Aan
selecteert, kunt u nummers kiezen door een van de snelkeuzetoetsen
(
-
) in te drukken en ingedrukt te houden.
Zie ‘Snelkeuzetoetsen
toewijzen’ op pag 44.
Allerlei
115
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
Aannem. willek. toets
• Selecteer
Aan
, als u inkomende oproepen wilt kunnen beantwoorden door op
een willekeurige toets te drukken,
behalve , ,
en
.
Lijn in gebruik
(netwerkdienst)
• Deze instelling wordt alleen weergegeven als de SIM-kaart
2 telefoonlijnen (2 abonneenummers) ondersteunt. Selecteer de telefoonlijn
(
Lijn 1
of
Lijn 2
) die u wilt gebruiken voor het bellen en voor het versturen van
SMS-berichten. Oproepen op beide lijnen kunnen altijd worden beantwoord,
ongeacht de geselecteerde lijn.
Opmerking: Als u
Lijn 2
selecteert, maar niet op deze netwerkdienst bent
geabonneerd, kunt u niet bellen.
U kunt lijnselectie voorkomen door
Lijn wijzigen
→
Uitschakelen
te selecteren, als
de SIM-kaart dit toelaat. U hebt hiervoor de PIN2-code nodig.