Instellingen verbinding
Algemene informatie over dataverbindingen en
toegangspunten
Toegangspunt - het punt waarlangs data- of GPRS-oproepen vanaf uw telefoon
het Internet bereiken. Zo'n toegangspunt kan bijvoorbeeld worden verschaft door
een commerciële Internet-aanbieder (ISP), een serviceprovider of een
netwerkexploitant.
Als u instellingen wilt opgeven voor toegangspunten, gaat u naar
Instellingen
→
Verbinding
→
Toegangspunten
.
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
116
Een verbinding met een toegangspunt wordt tot stand gebracht via een
dataverbinding. De telefoon ondersteunt drie soorten dataverbindingen:
• GSM-dataoproepen (
)
• GSM-dataoproepen met hoge snelheid (
)
• GPRS -verbindingen (pakketdata) (
)
U kunt drie verschillende soorten toegangspunten definiëren: MMS, browser en
Internet (IAP). Vraag uw aanbieder welk type toegangspunt u nodig hebt voor de
dienst waarvan u gebruik wilt maken. Voor de volgende bewerkingen moet u
toegangspuntinstellingen opgeven:
• multimediaberichten versturen en ontvangen
• e-mail versturen en ontvangen.
• Java™-toepassingen downloaden.
• afbeeldingen uploaden.
• pagina’s opvragen.
Zie ‘Symbolen voor dataverbindingen’ op pag 18.
GSM-dataoproepen
Via een GSM-dataoproep is een overdrachtssnelheid van maximaal
14,4 kbps mogelijk. Raadpleeg uw netwerkexploitant of aanbieder voor informatie
over de beschikbaarheid van datadiensten.
Dataoproep met hoge snelheid (High Speed Circuit Switched Data, HSCSD)
Raadpleeg uw netwerkexploitant of aanbieder voor informatie over de
beschikbaarheid van dataservices met hoge snelheid.
Allerlei
117
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
De wizard Instellingen in PC Suite kan u helpen bij de configuratie van instellingen
voor toegangspunten en de mailbox. U kunt bestaande instellingen ook kopiëren,
bijvoorbeeld van de computer naar de telefoon. Zie de cd-rom in het pakket.
Opmerking: Bij het versturen van gegevens via HSCSD kan de batterij
sneller leegraken dan bij normale spraak- of dataoproepen, omdat er vaker
gegevens naar het netwerk worden gestuurd.
Pakketdata (General Packet Radio Service, GPRS)
Minimaal vereiste instellingen voor het maken van een pakketdataverbinding
• U moet zijn geabonneerd op de GPRS-dienst. Raadpleeg uw netwerkexploitant
of aanbieder voor informatie over de beschikbaarheid van GPRS.
• Ga naar
Instellingen
→
Instellingen verbinding
→
Toegangspunten
en kies
Opties
→
Nieuw toegangspunt
→
Standaardinst. gebr.
. Vul het volgende in:
Drager gegevens
:
GPRS
en
Naam toegangspunt
: de naam die de aanbieder van
de dienst u heeft verstrekt.
Zie ‘Een toegangspunt maken’ op pag 118.
Tarieven voor GPRS en toepassingen
Zowel voor de actieve GPRS-verbinding als voor de GPRS-toepassingen moet
worden betaald, bijvoorbeeld voor het gebruik van diensten, gegevensverkeer en
SMS. Neem contact op met de netwerkexploitant of aanbieder voor details over de
tarieven.
Zie ‘Het algemeen logboek weergeven’ op pag 36.
Zie ‘GPRS-datateller’ op
pag 36.
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
118
Een toegangspunt maken
Opties in de lijst Toegangspunten:
Bewerken
,
Nieuw toegangspunt
,
Verwijderen
,
Help
en
Afsluiten
.
Mogelijk zijn er vooraf toegangspunten op uw telefoon ingesteld. Het kan ook zijn
dat uw aanbieder de bewuste instellingen per SMS aan u toestuurt.
Zie
‘Configuratieberichten ontvangen’ op pag 92.
Als u geen toegangspunten aantreft als u
Toegangspunten
opent, wordt er
gevraagd of u een toegangspunt wilt maken.
Als er wel toegangspunten zijn gedefinieerd en u een nieuw toegangspunt wilt
maken, selecteert u
Opties
→
Nieuw toegangspunt
en vervolgens:
•
Standaardinst. gebr.
als u de standaardinstellingen wilt gebruiken. Breng zo
nodig wijzigingen aan en druk op
Terug
om de instellingen op te slaan.
•
Huidige inst. gebruik.
als u bestaande instellingen wilt gebruiken als basis voor
de nieuwe toegangspuntinstellingen. Er verschijnt een lijst met bestaande
toegangspunten. Selecteer er een en druk op
OK
. De instellingen worden
geopend. Sommige velden zijn al ingevuld.
Allerlei
119
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
Een toegangspunt bewerken
Als u Toegangspunten opent, verschijnt er een lijst met
beschikbare toegangspunten. Ga naar het
toegangspunt dat u wilt bewerken en druk op
.
Opties bij het bewerken van
toegangspuntinstellingen:
Wijzigen
,
Geavanc. instell.
,
Help
en
Afsluiten
.
Toegangspunten
Hier volgt een korte beschrijving van de diverse
instellingen die u kunt opgeven voor dataverbindingen en toegangspunten.
Begin bovenaan bij het invullen van de instellingen, want het hangt af van de
dataverbinding die u selecteert (
Drager gegevens
) welke instellingsvelden
beschikbaar zijn.
•
Naam verbinding
- een beschrijvende naam voor de verbinding.
•
Drager gegevens
- beschikbare opties zijn
GPRS
,
Gegevensoproep
en
Hoge
snelh. (GSM)
. Afhankelijk van de geselecteerde dataverbinding zijn alleen
bepaalde velden beschikbaar. Vul alle velden in die zijn voorzien van een
sterretje of de aanduiding
Te definiëren
. De overige velden hoeft u alleen in te
vullen als uw aanbieder dat aangeeft.
Opmerking: als u een dataverbinding wilt gebruiken, moet de aanbieder
van de netwerkdienst deze functie ondersteunen en deze zo nodig activeren op uw
SIM-kaart.
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
120
•
Naam toegangspunt
(alleen voor GPRS) - deze naam is nodig om verbinding
met het GPRS-netwerk te kunnen maken. De naam van het toegangspunt
wordt u verstrekt door de netwerkexploitant of aanbieder.
•
Inbelnummer
(alleen voor dataoproep en hoge snelheid (GSM) - het
telefoonnummer van de modem van het toegangspunt.
•
Gebruikersnaam
- bij sommige aanbieders moet u een gebruikersnaam
opgeven. Deze kan nodig zijn bij het maken van een dataverbinding en wordt
doorgaans door de aanbieder verstrekt. De gebruikersnaam is vaak
hoofdlettergevoelig.
•
Vraag om wachtw.
- als u bij aanmelding op de server telkens een nieuw
wachtwoord moet typen of als u het wachtwoord niet op de telefoon wilt
opslaan, kiest u
Ja
.
•
Wachtwoord
- een wachtwoord kan nodig zijn bij het maken van een
dataverbinding en wordt doorgaans door de aanbieder verstrekt.
Wachtwoorden zijn vaak hoofdlettergevoelig. Terwijl u het wachtwoord typt,
worden de tekens kort leesbaar en vervolgens als sterretjes (*) weergegeven. De
eenvoudigste manier om cijfers in te voeren is om het gewenste cijfer in te
drukken en ingedrukt te houden. Vervolgens kunt u doorgaan met het invoeren
van letters.
•
Verificatie
-
Normaal
/
Beveiligd
.
•
Homepage
- afhankelijk van de configuratie typt u hier:
• het adres van de dienst of
• het adres van de multimediaberichtendienst.
Allerlei
121
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
•
Data-oproep
(alleen voor GSM-gegevens/hoge overdrachtssnelheid) -
Analoog
,
ISDN v.110
of
ISDN v.120
geeft aan of er een analoge of digitale
telefoonverbinding wordt gebruikt. Welke instelling u hier opgeeft, hangt af
van uw GSM-netwerkexploitant en Internet-aanbieder (ISP); sommige GSM-
netwerken ondersteunen alleen bepaalde typen ISDN-verbindingen. Raadpleeg
uw Internet-aanbieder voor meer informatie. Via ISDN kunt u sneller
verbindingen tot stand brengen dan via analoge lijnen.
•
Max. snelheid gegev.
(alleen voor GSM-gegevens/hoge overdrachtssnelheid) -
de opties zijn
Automatisch
/ 9600 / 14400 / 19200 / 28800 / 38400 / 43200,
afhankelijk van de gekozen optie in
Data-oproep
. Met deze optie kunt u de
maximale verbindingssnelheid beperken voor snelle gegevensoverdracht. Bij
hogere gegevenssnelheden kunnen andere tarieven gelden, afhankelijk van de
Internet-aanbieder.
Opmerking: De genoemde verbindingssnelheden zijn de maximaal
haalbare snelheden. De werkelijke verbindingssnelheid kan lager liggen,
afhankelijk van omstandigheden op het netwerk.
Opties
→ Geavanceerde instellingen
•
IP-adres telefoon
- het IP-adres van uw telefoon.
•
Primaire naamserver
- het IP-adres van de primaire DNS-server.
•
Secund. naamserver
- het IP-adres van de secundaire DNS-server.
•
Proxy-serveradres
- het IP-adres van de proxyserver.
•
Proxy-poortnummer
- het poortnummer van de proxyserver.
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
122
Neem contact op met uw Internet-serviceprovider als u deze instellingen moet
invoeren.
De volgende instellingen worden weergegeven als u een dataoproep met hoge
snelheid hebt ingesteld als verbindingstype:
•
Terugbellen gebruik.
- deze optie zorgt ervoor dat de server u terugbelt na de
eerste oproep. Neem contact op met uw aanbieder als u zich op deze dienst
wilt abonneren.
Opmerking: Voor bepaalde diensten worden mogelijk kosten in rekening
gebracht, zoals oproepen vanaf roaming-apparaten of dataoproepen met hoge
snelheid. Neem contact op met de exploitant van het GSM-netwerk voor meer
informatie.
Opmerking: Voor de terugbeloproep moeten dezelfde instellingen worden
gebruikt als voor het terugbelverzoek. Het netwerk moet dit type oproep in beide
richtingen ondersteunen, zowel naar als van de telefoon.
•
Terugbellen
- beschikbare opties zijn
Gebruik servernr.
/
Gebruik ander nr.
.
Informeer bij de aanbieder van de dienst naar de juiste instelling. Deze hangt af
van de configuratie van de dienst.
•
Terugbelnummer
- Typ het telefoonnummer dat de terugbelserver moet bellen.
Dit is doorgaans het telefoonnummer voor dataoproepen van uw telefoon.
•
Gbrk PPP-compressie
- als u
Ja
kiest, wordt de gegevensoverdracht versneld
(als dit wordt ondersteund door de remote PPP-server). Als u problemen
ondervindt bij het maken van verbinding, kiest u hier
Nee
. Neem contact op
met de aanbieder van de dienst voor advies.
Allerlei
123
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
•
Login-script gebruik.
- beschikbare opties zijn
Ja
/
Nee
.
•
Login-script
- voeg hier het login-script in.
•
Initialisatie modem
(tekenreeks voor modeminitialisatie) - eventuele AT-
opdrachten voor modembesturing. Geef zo nodig de tekens op die de
exploitant van het GSM-netwerk of de Internet-aanbieder aangeven.
GPRS
Ga naar
Instellingen
→
Verbinding
→
GPRS
.
De GPRS-instellingen gelden voor alle toegangspunten waarvoor een
pakketdataverbinding wordt gebruikt.
GPRS-verbinding
- als u
Autom. bij signaal
kiest en het netwerk pakketdata
ondersteunt, wordt de telefoon automatisch bij het GPRS-netwerk aangemeld en
worden SMS-berichten verstuurd via GPRS. Ook het starten van een actieve
pakketdataverbinding verloopt sneller, bijvoorbeeld voor het versturen en
ontvangen van e-mail. Als u
Wanneer nodig
kiest, wordt GPRS alleen gebruikt als
u een toepassing of bewerking start waarvoor een pakketdataverbinding nodig is.
De GPRS-verbinding kan worden verbroken wanneer deze niet meer door een
toepassing wordt gebruikt.
Als er geen GPRS-dekking is en u
Autom. bij signaal
hebt gekozen, wordt
regelmatig geprobeerd een pakketdataverbinding tot stand te brengen.
Toegangspunt
- u moet de naam van het toegangspunt invullen als u de telefoon
wilt gebruiken als pakketdatamodem voor de computer.
Zie ‘De telefoon als
modem gebruiken’ op pag 187.
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
124
Data-oproep
Ga naar
Instellingen
→
Verbinding
→
Data-oproep
.
De instellingen voor
Data-oproep
gelden voor alle toegangspunten waarvoor een
dataverbinding met hoge snelheid wordt gebruikt.
Tijd online
- als de verbinding een tijd niet wordt gebruikt, wordt de dataoproep
automatisch beëindigd. Beschikbare opties zijn
Door gebr. gedef.
(u kunt zelf een
time-outperiode opgeven) en
Onbeperkt
.