Beveiliging
Telefoon en SIM
Hier worden de diverse beveiligingscodes beschreven die u in bepaalde gevallen
moet opgeven:
• PIN-code (4 tot 8 cijfers) - de PIN-code (Personal Identification Number)
beschermt de SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code wordt
gewoonlijk bij de SIM-kaart verstrekt.
Na drie opeenvolgende foutieve pogingen wordt de PIN-code geblokkeerd. Als
de PIN-code geblokkeerd is, kunt u de SIM-kaart pas weer gebruiken nadat u
deze blokkering hebt opgeheven. Zie de informatie over PUK-code.
• PIN2-code (4 tot 8 cijfers) - de PIN2-code, die bij sommige SIM-kaarten
wordt verstrekt, verschaft u toegang tot bepaalde functies.
• Blokkeringscode (5 cijfers) - met de blokkeringscode kunt u de telefoon en
het toetsenblok vergrendelen ter voorkoming van ongeoorloofd gebruik.
Opmerking: De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345.
Voorkom ongeoorloofd gebruik van uw telefoon door de blokkeringscode te
wijzigen. Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet
bij de telefoon).
• PUK- en PUK2-code (8 cijfers) - de PUK-code (Personal Unblocking Key) is
vereist voor het wijzigen van een geblokkeerde PIN-code. De PUK2-code is
vereist voor het wijzigen van een geblokkeerde PIN2-code. Als de codes niet bij
de SIM-kaart worden verstrekt, informeert u bij de exploitant van uw SIM-
kaart naar de juiste codes.
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
126
U kunt de volgende codes wijzigen: de blokkeringscode, de PIN-code en de PIN2-
code. Deze codes kunnen alleen bestaan uit de cijfers 0 t/m 9.
Opmerking: Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van de
alarmnummers, zoals 112, om te voorkomen dat u per ongeluk het alarmnummer
kiest.
PIN-code vragen
- als deze optie actief is, moet u bij inschakeling van de telefoon
altijd eerst de PIN-code opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bij sommige SIM-
kaarten niet kunt uitschakelen.
PIN-code
/
PIN2-code
/
Blokkeringscode
- met deze instelling kunt u de codes
wijzigen.
Periode autom. blok.
- u kunt een time-outperiode instellen waarna de telefoon
automatisch wordt vergrendeld. Met de juiste blokkeringscode kunt u de
blokkering opheffen. Geef het aantal minuten op voor de time-out of kies
Geen
als
u de automatische blokkering wilt uitzetten.
• Geef de blokkeringscode op om de vergrendeling van de telefoon op te heffen.
Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het
alarmnummer kiezen dat in het geheugen van uw telefoon is geprogrammeerd (bijvoorbeeld
112 of een ander officieel alarmnummer).
Blok. als SIM gewijz.
- kies
Ja
als u wilt dat om de blokkeringscode wordt gevraagd
als er een onbekende SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst. Op de telefoon
wordt een lijst van SIM-kaarten bijgehouden die worden herkend als kaarten van
de eigenaar.
Vaste nummers
- als deze functie door de SIM-kaart wordt ondersteund, kunt u
uitgaande oproepen beperken tot bepaalde telefoonnummers. Hiervoor hebt u de
Allerlei
127
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
PIN2-code nodig. Als deze functie actief is, kunt u alleen de telefoonnummers
bellen uit de lijst met vaste nummers of die beginnen met dezelfde cijfers als een
telefoonnummer uit de lijst.
• Druk op
om
Vaste nummers
aan te zetten.
Opties in de weergave Vaste nummers:
Openen
,
Bellen
,
Vaste nrs. activeren
/
Vaste nrs. deact.
,
Nieuw contact
,
Bewerken
,
Verwijderen
,
Toev. aan Contact.
,
Toev.
uit Contacten
,
Zoeken
,
Markeringen aan/uit
,
Help
en
Afsluiten
.
Opmerking: Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunnen in sommige
netwerken mogelijk nog wel bepaalde alarmnummers worden gekozen (bijvoorbeeld 112 of
een ander officieel alarmnummer).
• Als u nieuwe vaste nummers wilt opgeven, selecteert u
Opties
→
Nieuw
contact
of
Toev. uit Contacten
.
CUG
(Closed User Group) (netwerkdienst) - u kunt een groep mensen opgeven die
u kunt bellen of die u kunnen bellen. Neem contact op met de netwerkexploitant
of aanbieder voor meer informatie. Selecteer:
Standaard
als u de standaardgroep
wilt activeren die u met de netwerkexploitant bent overeengekomen,
Aan
als u
een andere groep wilt gebruiken (u moet het groepsindexnummer weten), of
Uit
.
Opmerking: Wanneer gesprekken zijn beperkt tot besloten gebruikersgroepen,
kunnen in sommige netwerken nog wel bepaalde alarmnummers gekozen worden
(bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer).
SIM-diensten bevest.
(netwerkdienst) - deze optie zorgt ervoor dat er een
bevestigingsbericht verschijnt wanneer u een SIM-kaartdienst gebruikt.
Server verwijderen
- hiermee kunt u de oorspronkelijke verbindingsinstellingen
herstellen, zodat u nieuwe instellingen van uw serviceprovider kunt ontvangen.
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
128
Certificaatbeheer
In de beginweergave van Certificaatbeheer ziet u een lijst van de
autoriteitscertificaten die op de telefoon zijn opgeslagen. Druk op
om een lijst
met persoonlijke certificaten weer te geven, indien beschikbaar.
Autoriteitscertificaten worden gebruikt door sommige browserdiensten, zoals
bankdiensten, ter controle van handtekeningen of servercertificaten of andere
autoriteitscertificaten.
Via digitale certificaten wordt de oorsprong van browserpagina's en
geïnstalleerde software geverifieerd. Een certificaat kan echter alleen worden
vertrouwd als zeker is dat het authentiek is.
Opties in de beginweergave van Certificaatbeheer:
Certificaatgegevens
,
Verwijderen
,
Inst. Vertrouwen
,
Markeringen aan/uit
,
Help
en
Afsluiten
.
Digitale certificaten kunnen nodig zijn in de volgende gevallen:
• u wilt verbinding maken met een on line bank of een andere site of remote
server voor acties waarbij vertrouwelijke informatie wordt uitgewisseld.
• u wilt virussen of andere kwaadaardige software zoveel mogelijk buiten de
deur houden en er zeker van kunnen zijn dat de software die u downloadt en
installeert te vertrouwen is.
Belangrijk: Hoewel certificaten de risico's van remote verbindingen en
software-installatie aanzienlijk verminderen, moet u deze wel op de juiste manier
gebruiken om profijt te hebben van de verhoogde beveiliging. Het bestaan van een
certificaat op zich biedt geen enkele bescherming. Het gebruik van certificaten
Allerlei
129
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
heeft alleen zin als de certificaatmanager correcte, authentieke of vertrouwde
certificaten bevat.
Belangrijk: Certificaten zijn beperkt geldig. Als
Geldigheid certificaat
verstreken
of
Certificaat nog niet geldig
verschijnt terwijl u zeker weet dat het
certificaat geldig is, moet u controleren of de ingestelde datum en tijd op de
telefoon juist zijn.
De vertrouwensinstellingen van een autoriteitscertificaat wijzigen
• Ga naar een autoriteitscertificaat en selecteer
Opties
→
Inst. Vertrouwen
.
Afhankelijk van het certificaat, verschijnt er een lijst van de toepassingen die
met dat certificaat kunnen worden gebruikt. Voorbeeld:
Toepassingsbeheer
/
Ja
- het certificaat kan aangeven of de oorsprong van
nieuwe software betrouwbaar is.
Internet
/
Ja
- het certificaat kan aangeven of e-mail- en afbeeldingenservers
betrouwbaar zijn.
Belangrijk: voordat u deze instellingen wijzigt, moet u zeker weten dat de
eigenaar van het certificaat te vertrouwen is en dat het certificaat werkelijk
toebehoort aan de vermelde eigenaar.