Instellingen voor e-mailberichten
Ga naar
Berichten
en kies
Opties
→
Instellingen
→
.
Open
Mailbox in gebruik
om de mailbox te selecteren die u wilt gebruiken.
Instellingen voor mailboxen
Opties bij het bewerken van e-mailinstellingen:
Bewerken
,
Nieuwe
mailbox
,
Verwijderen
,
Help
en
Afsluiten
.
Kies
Mailboxen
om een lijst met gedefinieerde mailboxen te openen. Als er geen
mailboxen zijn gedefinieerd, wordt u gevraagd dit alsnog te doen. De volgende
lijst met instellingen verschijnt (raadpleeg de aanbieder van uw e-mail voor de
juiste gegevens):
•
Mailboxnaam
- geef een beschrijvende naam op voor de mailbox.
•
Toegangsp. in gebr.
(
te definiëren
) - het gebruikte Internet-toegangspunt voor
de mailbox. Kies een Internet-toegangspunt uit de lijst.
Zie ‘Instellingen
verbinding’ op pag 115.
•
Mijn e-mailadres
(
te definiëren
) - geef het e-mailadres op dat u van uw
aanbieder hebt gekregen. Het adres moet het teken @ bevatten. Antwoorden
op uw e-mailberichten worden naar dit adres verzonden.
•
Server uitgaande mail:
(
Te definiëren
) - geef het IP-adres of de hostnaam op
van de computer die uw e-mail verzendt.
•
Bericht zenden
(netwerkdienst) - bepaal hoe e-mail op uw telefoon wordt
verzonden.
Meteen
- zodra u
Zenden
kiest, wordt verbinding gemaakt met de
mailbox.
Bij vlgende verb.
- e-mail wordt verzonden de eerstvolgende keer dat
u verbinding maakt met uw remote mailbox.
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
108
•
Kopie naar mij
- Kies
Ja
om een kopie van het e-mailbericht op te slaan op het
adres dat u hebt opgegeven bij
Mijn e-mailadres
in uw remote mailbox.
•
Handtek. opnemen
- kies
Ja
om een handtekening aan uw
e-mailberichten toe te voegen en de tekst hiervan op te stellen of te bewerken.
•
Gebruikersnaam:
- geef de gebruikersnaam op die door uw aanbieder is
verstrekt.
•
Wachtwoord:
- geef uw wachtwoord op. Als u dit veld niet invult, moet u een
wachtwoord opgeven wanneer u verbinding maakt met de remote mailbox.
•
Server inkom. mail:
(
Te definiëren
) - geef het IP-adres of de hostnaam op van
de computer die uw e-mail ontvangt.
•
Mailboxtype:
- hier geeft u het e-mailprotocol op dat door de aanbieder van
uw remote mailbox wordt aanbevolen. U kunt kiezen uit
POP3
en
IMAP4
.
Opmerking: U kunt deze optie slechts één keer instellen. De instelling
kan niet worden gewijzigd als u de mailboxinstellingen hebt opgeslagen of
hebt afgesloten.
•
Beveiliging
- wordt gebruikt met de protocollen POP3, IMAP4 en SMTP om de
verbinding met de remote mailbox te beveiligen.
•
APOP beveil. inloggen
- wordt gebruikt met het POP3-protocol om
wachtwoorden te coderen bij verzending naar de remote
e-mailserver. Deze optie is niet beschikbaar als u IMAP4 hebt geselecteerd als
Mailboxtype:
.
•
Bijlage ophalen
(niet beschikbaar als het e-mailprotocol POP3 is) - voor het
ophalen van e-mail met of zonder bijlagen.
Berichten
109
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
•
Berichtkop. ophalen
- hiermee bepaalt u hoeveel
e-mailberichtkoppen er worden opgehaald. Beschikbare opties zijn:
Alles
en
Door gebr. gedef.
. Wordt alleen gebruikt bij het IMAP4-protocol.