
De weergave Gekoppelde apparaten
Het koppelen van apparaten vergemakkelijkt het vinden van apparaten.
Gekoppelde apparaten zijn makkelijk te herkennen aan het symbool
in de lijst
met zoekresultaten. Druk in de beginweergave van Bluetooth op
om de lijst
met gekoppelde apparaten (
) weer te geven.
Opties in de weergave Gekoppelde apparaten:
Nw gepaard appar.
,
Korte
naam toewijz.
,
Geautoriseerd
/
Niet geautoriseerd
,
Verwijderen
,
Alle verwijderen
,
Help
en
Afsluiten
.

Connectiviteit
181
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
Apparaten koppelen
1. Selecteer
Opties
→
Nw gepaard appar.
in de weergave Gekoppelde apparaten.
De telefoon begint te zoeken naar apparaten die zich binnen het bereik
bevinden. Als u eerder hebt gezocht naar Bluetooth-apparaten, worden eerst
de apparaten weergegeven die eerder zijn gevonden. Als u opnieuw wilt
zoeken, selecteert u
Meer apparaten
.
2. Ga naar het apparaat dat u wilt koppelen en druk op
Selecteer
.
3. Wissel wachtwoorden uit (zie stap 5. (Koppeling) in de voorgaande sectie). Het
apparaat wordt toegevoegd aan de lijst Gekoppelde apparaten.
Koppeling annuleren
• Ga in de weergave Gekoppelde apparaten naar het apparaat waarvoor u de
koppeling wilt opheffen en druk op
of selecteer
Opties
→
Verwijderen
. Het
apparaat wordt verwijderd uit de lijst Gekoppelde apparaten en de koppeling
wordt geannuleerd.
• Als u alle koppelingen wilt annuleren, selecteert u
Opties
→
Alle verwijderen
.
Opmerking: Als er momenteel een verbinding actief is tussen uw telefoon
en een ander apparaat en u de koppeling met dat apparaat verwijdert, wordt de
koppeling onmiddellijk opgeheven maar blijft de Bluetooth-verbinding actief.

Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
182
Een gekoppel apparaat instellen als geautoriseerd of niet geautoriseerd
Zodra de telefoon aan een apparaat is gekoppeld, kunt
u dit apparaat instellen als geautoriseerd of niet
geautoriseerd:
Niet geautoriseerd (standaard) -
verbindingsverzoeken van dit apparaat moeten altijd
afzonderlijk worden geaccepteerd.
Geautoriseerd - verbindingen tussen uw telefoon en
dit apparaat kunnen zonder uw medeweten worden
gemaakt. U hoeft deze niet afzonderlijk te accepteren.
Gebruik deze optie voor uw eigen apparaten, zoals uw
PC, of voor apparaten van mensen die u vertrouwt. Bij dergelijke apparaten
verschijnt het symbool
in de weergave Gekoppelde apparaten.
• Ga in de weergave Gekoppelde apparaten naar het apparaat en selecteer
Opties
→
Geautoriseerd
/
Niet geautoriseerd
.